Je zit op een stoel of misschien op een kussen. Je sluit je ogen of kijkt naar een vast punt. Je merkt je ademhaling en probeert gewoon te zijn. Dan komen er gedachten. Allerlei beelden, gevoelens, herinneringen. Je voelt dat je afdwaalt en je vraagt je af of je het wel goed doet. Dat is precies waar mediteren over gaat. Niet over stil zijn zonder gedachten, maar over aanwezig zijn met alles wat er is. Als je je afvraagt hoe je moet mediteren, is het belangrijk om te weten dat er geen goed of fout bestaat. Het is geen prestatie, geen truc en geen doel dat je moet halen. Het is een ervaring, elke keer opnieuw.

Je begint door stil te zijn en te voelen

Als je wilt leren mediteren, hoef je niet meteen alles te begrijpen. Het enige wat telt, is dat je ergens gaat zitten en stopt met afleiding zoeken. Dat klinkt makkelijk, maar in het begin voelt het vaak ongemakkelijk. Je bent gewend om bezig te zijn. Om iets te doen, iets te lezen, iets te regelen. Nu zit je daar, in stilte, en dat kan vreemd aanvoelen. Misschien voel je je onrust of verveling, misschien schiet je hoofd meteen vol. Dat is normaal. Je lichaam en je geest moeten wennen aan het stilvallen. Door daar even bij te blijven, zonder oordeel, zet je al een grote stap. Het gaat erom dat je jezelf toestaat om even niets te hoeven.

Je aandacht keert terug naar het hier en nu

Tijdens meditatie probeer je met je aandacht bij het moment te blijven. Dat doe je meestal door je te richten op je ademhaling. Je merkt hoe je inademt en weer uitademt. Je voelt hoe je buik omhoog komt en weer zakt. Meer hoeft het niet te zijn. Toch merk je waarschijnlijk al snel dat je afdwaalt. Je denkt aan iets van gisteren of aan iets dat straks nog moet. Zodra je dat opmerkt, breng je jezelf rustig terug naar je adem. Dat lijkt misschien zinloos, maar juist daarin zit de oefening. Elke keer als je terugkeert, train je je aandacht. Je leert om niet automatisch mee te gaan in elke gedachte. En je leert dat het oké is om steeds opnieuw te beginnen.

Je maakt ruimte zonder dat je iets hoeft op te lossen

In je dagelijks leven ben je vaak bezig met het oplossen van problemen. Als je je rot voelt, wil je weten waar het aan ligt. Als je ergens last van hebt, wil je dat het weggaat. Meditatie werkt anders. Tijdens het zitten hoef je niets te veranderen. Je hoeft je gevoel niet te verklaren of weg te drukken. Je laat het er gewoon zijn. Dat klinkt misschien passief, maar het is juist een actieve manier van aanwezig zijn. Door te stoppen met vechten tegen wat je voelt, ontstaat er vanzelf ruimte. Je merkt dat gevoelens vanzelf komen en ook weer gaan. Je ontdekt dat je niet alles onder controle hoeft te hebben om rustig te zijn.

Je laat verwachtingen los en komt dichter bij jezelf

Een van de grootste misverstanden over mediteren is dat je een leeg hoofd moet hebben. Alsof je iets fout doet als je blijft denken. Maar je hoofd is juist gewend om altijd bezig te zijn. Dat verdwijnt niet ineens omdat je stil zit. Wat wel verandert, is je relatie met die gedachten. Je hoeft er niet meer in mee te gaan. Je hoeft ze niet af te maken of op te lossen. Je laat ze er zijn, en keert telkens terug naar je adem of naar het gevoel van je lichaam op de stoel of het kussen. Dat herhalen geeft rust. Hoe vaker je dit doet, hoe meer je jezelf gaat zien zoals je echt bent. Niet de versie van jezelf die alles moet weten of doen, maar degene die gewoon aanwezig is.

Je ervaart de stilte als iets dat steeds natuurlijker voelt

De eerste keren dat je mediteert, voelt de stilte misschien onnatuurlijk. Je wilt bewegen, iets doen, iets horen. Maar hoe vaker je oefent, hoe vertrouwd die stilte wordt. Niet omdat je niets meer voelt of denkt, maar omdat je merkt dat je daar niet bang voor hoeft te zijn. Je hoofd wordt niet altijd leeg, maar je krijgt wel meer rust. Je reacties worden zachter, je ademt dieper. Je leeft minder vanuit automatische reacties en meer vanuit bewuste keuzes. Dat is geen groot moment van inzicht, maar een geleidelijk proces. Je voelt het verschil na een paar keer en dat groeit steeds verder. Niet omdat je het moet, maar omdat het goed voelt om even stil te zijn met alles wat je bent.